Nieuwjaarsdag met een rouwrandje: kort na middernacht is Herman Pieter de Boer overleden. Ik interviewde hem voor mijn nederpopboek. Niet persoonlijk of per mail, ik kreeg heerlijk ouderwets een brief met de antwoorden op mijn vragen.
Bijgesloten een oude prentbriefkaart van Boudewijn de Groot, want De Boers aandeel in de nederpopstroming van de jaren ’80 was ‘Annabel’ van Hans de Booij, dat hij samen met Boudewijn de Groot schreef.
En zo kon het gebeuren dat ik kort daarna op audiĆ«ntie mocht bij de man die verantwoordelijk is voor ‘Laat me’ van Ramses Shaffy, ‘Visite’ van Lenny Kuhr, ‘Op een onbewoond eiland’ en ‘Ik heb zo waanzinnig gedroomd’ van Kinderen voor Kinderen en tal van andere liedjes, boeken, gedichten en kunstuitingen.
Een onopvallend rijtjeshuis in Eindhoven, maar uit het interieur spreekt dat hier een gepassioneerd mens woont. Betty Boop en Marilyn Monroe zijn rijkelijk vertegenwoordigd in het interieur, dat meer bijzondere voorwerpen bevat. Herman Pieter blijkt een vriendelijke man, we praten wat over de nederpop en hij vertelt trots dat het boek ‘Zalig zijn de Schelen’, dat hij in 1973 samen met Betty van Garrel schreef, na veertig jaar opnieuw uitgegeven gaat worden.
Een week of wat later kreeg ik nog twee keer een telefoontje waarin Herman Pieter nederpopboeken wilde bijbestellen. Met veertien bestelde boeken is hij veruit mijn beste particuliere klant en er is zelfs geen enkele boekhandel(keten) die hem overtreft.
Niet dat het er veel toe doet, behalve dat het illustreert hoe enthousiast, gul en vriendelijk Herman Pieter de Boer was. Ik ben blij dat ik hem op de valreep nog heb leren kennen en hoop dat zijn creaties mensen zullen blijven verwonderen en vermaken, lang nadat wij er allemaal niet meer zijn.