Erik Mesie en band beten van die vier het spits af om half vier. Dat had best wat later in de vooravond gemogen, daar leende de setlist met alle hits van Toontje Lager plus feestnummers als ‘Lente in Twente’ en ‘Het beest in mij’ zich uitstekend voor. De stemming zat er goed in en Mesie wist de aandacht van het publiek goed vast te houden. Hij trapte af met persoonlijke favoriet ‘Vroeg of laat’. Jammer dat het begin van dat liedje een beetje wegviel omdat het geluid nog bijgesteld moest worden, maar absoluut een aanrader, ga die man zien als hij in de buurt optreedt!
Na een enerverende set van Pater Moeskroen was het de beurt aan VOF de Kunst. Er waren de eerste nummers nogal wat problemen met het geluid van de microfoon en Nol Havens was duidelijk niet blij. VOF de Kunst speelde iets teveel nummers van de cd die dit najaar uitkomt, waardoor een groot deel van het festivalpubliek voortijdig afhaakte. Bekender werk als ‘Dikkertje Dap’, ‘Lekker zappen’ en ‘Waar heb ik jou meer gezien?’ was misschien beter op zijn plaats geweest. De nieuwe nummers zijn oké (‘Strepen op de weg’ een mooi eerbetoon) maar aanstekelijke meezinghits als ‘Suzanne’ of ‘Een kopje koffie’ heb ik niet voorbij horen komen. Misschien wel de tragiek van deze Tilburgse band dat ze in dat hokje terecht gekomen zijn. Korte droogkomische praatjes van Nol Havens maakten het voor mij toch de moeite waard, ik had de band nog nooit live gezien. Check.
Boeijen was in een uitgelaten stemming, op het maniakale af. Bij ‘Hier komt de storm’ begon hij zowaar te grunten in de microfoon en op het laatste werd de microfoonstandaard baldadig de lucht in gehouden. De Nijmegenaar werkte hard om het publiek bij de show te betrekken en heeft het looprecord van Het Goede Doel waarschijnlijk verbroken. En het lukte: Boeijens repertoire leent zich minder voor spontaan meezingen dan Toontje Lager en Het Goede Doel (wat Boeijen ongetwijfeld als een compliment beschouwt), dus het publiek moest af en toe aangespoord worden mee te klappen, maar de liedjes en teksten (ook rustiger repertoire als ‘Zeg me dat het niet zo is’) troffen doel.
Absolute uitblinker in de nederpoptent was Het Goede Doel. Ze speelden alleen maar hits en wat hebben ze er veel om uit te kiezen: ‘Zwijgen’, ‘Vriendschap’, ‘België’, ‘Alles geprobeerd’ en Henk en Henk hebben de humor aan hun kont hangen. Gimmick werd dat Westbroek continu op zijn horloge tikte voor de ogen van de saxofonist als die met een solo bezig was. ‘We hebben maar een uur.’
Zowel Temming als Westbroek moeten een halve marathon hebben afgelegd, zo bleven ze over het podium op en neer aan het lopen, onderling sparrend. Vriendschap tussen de heren is geen illusie, dat was duidelijk. Het publiek was razend enthousiast en terecht.